Volgens handgeschreven notitie in het deksel: 'C.I. Six/ Souvenir van oom Willem Six./ Afk. van zijn moeder, mevr. C. Six-Teding van Berkhout.'. Een goed voorbeeld van een typisch Nederlandse 'huwelijkswaaier', die een bruid na de ondertekening van het huwelijkscontract van haar aanstaande echtgenoot kreeg en die zij zeer waarschijnlijk ook tijdens de huwelijksinzegening in de kerk bij zich had.
Het meest opvallende aan dit waaierblad is, dat het niet meer gevuld wordt door een voorstelling, maar dat er onder invloed van het neo-classicisme een driedeling heeft plaatsgevonden. In de cartouche midden op het blad wordt een paar in klassieke kledij door Hymen, de god van het huwelijk, naar het huwelijksaltaar geleid. De voorstelling is vrij exact gevolgd [maar zonder putto en huisje] naar de prent die graveur Jan Punt (1711-1779) maakte ter gelegenheid van het huwelijk van Mr. Aarnout van Citters [1714-1752] en Sara Jacoba Ockerse [1717-1794], dat op 2 april 1737 in Middelburg werd gesloten. Deze gravure diende ter versiering van het titelblad van de bij deze gelegenheid verschenen huwelijksdichten. ('J. Punt inv. et sculpsit 1737', R.P.K., Rijksmuseum Amsterdam) De gravure van het titelblad is dus slechts gedeeltelijk gevolg, maar opvallender is het ontbreken van de rand. Dit komt vaker voor: vgl. C. Kammerl, Der Fächer, München 1989, afb. 25, p.109. De riviergod en -godin zijn afkomstig uit de rand van de gravure bij het huwelijk van H.P. van Beek en M.A. Vermande op 28 november 1738 in Amsterdam (J. Punt inv. et sculp. 1738). Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat dergelijke gelegenheidsgrafiek vaker werd gebruikt als inspiratie voor waaierbladen. Opvallend is echter, dat de hier gebruikte voorstelling enige tientallen jaren oud was toen deze rijk uitgevoerde waaier gemaakt werd. In het medaillon rechts twee putti met brandende toortsen en in het linker medaillon een klassiek geklede vrouw met liefdes- of huwelijkskransen. Het bijzonder fijn gesneden montuur dat versierd is met liefdessymboliek, lijkt later vervaardigd te zijn dan het blad. Rechter buitenbeen: altaar met twee duiven, brandende toorts, liggend beest, staf, trofee met luit, trofee met brandende toorts en doedelzak. Linker buitenbeen idem. Handdeel montuur: twee harten in medaillon, trofee met doedelzak en pijlenkoker, strik waaraan een mand met bloemen en fruit, altaar met brandende harten, in het midden: altaar met liggend beest. Achterkant blad is onversierd.
Waaierblad gemonteerd a l'anglaise.
[Mortier, B.M. du, 2000]