Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Op een cirkelvormig grondvlak staat het dier op beide achterpoten met gespleten hoeven. De sterk gekromde rug met geprononceerde ruggengraat gaat over in de omlaag gerichte, naar voren gebogen lange hals. Het dier houdt met beide voorpoten de horizontaal geplaatste kop vast, die een naar voren uitgestulpte onderkaak en horens heeft en een woeste uitdrukking vertoont. Zijn sik raakt het bovenste grondvlak, zijn staart wipt op.