Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Muts van naturelkleurige kloskant: Beverse kant. De mutsenbol van tule is versierd met borduurwerk met een patroon van rozetten, noppen en lange takken met blaadjes, gevormd als arceringen. Langs het voorhoofd en de kin is een kantstrook glad aangezet. In de nek heeft de strook plooien. Het patroon van het kant is asymmetrisch en heeft veervormige bladeren die een grote bloem omsluiten, moesjes en punaises (grote openingen).
De Beverse kant is een variant op de Rijselse kant, waarbij de Beverse zich onderscheidt door de met picots afgewerkte rechte boorden en door het ontbreken van speldgaatjes naast het volwerk binnen de sierdraad. Dit type kant werd voornamelijk gemaakt voor mutsen uit de Hollandse dracht en werd per el (69 cm) verkocht. Afhankelijk van het aantal zich herhalende motieven per el sprak men dan van een éénbloemer, tweebloemer, driebloemer enzovoorts. Bij een eenbloemer kreeg de kantkloster minder gelegenheid om de 'bloem' te oefenen, terwijl deze wel geacht werd zo exact mogelijk te lijken op de voorgaande. De eenbloemers waren dus moeilijker te maken en kostbaarder.