AK-NM-6854 Bord
• Blauw-wit Kangxi-porselein
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
• Oorspronkelijk twee exemplaren (inventaris Van der Kellen 1876)
In het plat is een achtervolging weergegeven van twee krijgers te paard. Een vrouw achtervolgt een man. Waarschijnlijk is het een scène uit het verhaal van Fan Lihua die Yang Fan wegjaagt, de man die haar familie voor haar heeft uitgekozen om mee te trouwen. Zelf heeft zij haar zinnen gezet op een ander, Xue Dingshan [Cheng 2009, nr. 59]. Hoe de kleinere scenes in de rand zich hiertoe verhouden is mij niet geheel duidelijk. De swastika in de rand is interessant in verband met de associaties die bij de kom AK-NM-6845 ter sprake kwamen én omdat dit motief op kraakschotels bekend is als opvulling rond de voorstelling in het plat en hier op een andere manier terugkeert. Deze manier van decoreren – de verhalende voorstelling gebaseerd op een houtsnede is nog verwant aan de praktijk uit de Overgangsperiode, maar hier is het al meer een geïsoleerd element dat tegen een vrijwel lege achtergrond wordt geschilderd. De geheel geïsoleerde ‘lijs’ is een volgende fase in die ontwikkeling (zie bijvoorbeeld het vaasje AK-NM-6723).
Dit stuk is gemerkt met een groot zes karakter merk Kangxi. Dit moet Royers aandacht hebben gehad, gezien zijn grote inspanningen om de Chinese taal te leren en zijn gewoonte in lange lijsten karakters te noteren die hij waar dan ook kon vinden, met hun betekenis en aantekeningen over de juiste uitspraak. Dit merk kon hij lezen. In zijn aantekenboek had hij een chronologie van de Chinese keizer-perioden opgenomen, geheel in Chinese karakters uitgeschreven. Kangxi komt daar uiteraard ook in voor [OR 8966, fol. 85]. In zijn belangstelling voor deze inscripties stond Royer niet alleen. Margaret Bentinck, Duchess of Portland (17150-1785) was een groot porseleinliefhebber in Engeland. In 1775 ontving zij Whang at Tong, een Chinees die de Engelse amateur-botanicus John Bradby Blake (1745-1773) assisteerde in Kanton en na diens overlijden diens botansiche materiaal naar Engeland begeleidde. Van Whang at Tongs hand is een lijst met meest voorkomende merken bewaard met daarbij zijn vertaling en toelichtingen [vriendelijke mededeling Menno Fitski en Clark 2017, p. 514]. Meer in het algemeen duidt het vrij veel voorkomende gebruik van faienceschilders om fantasie-merken en -inscripties op hun werkstukken aan te brengen, op een fascinatie voor deze merken [Van Noord 2020].
Een laatste opmerking over dit bord gaat over de liefde voor dit type schotels aan het eind van de 19de en het begin van 20ste eeuw, als de porseleinliefde opnieuw opbloeit. Sommige stukken werden ‘musts’ voor de verzamelaars en dat gold ook voor deze schotels, liefst de iets grotere variant. B.J.V. Van Hees (1873-1953), een van de meest vooraanstaande Nederlandse porselein verzamelaars uit die tijd, had er ‘vanzelfsprekend’ een [Cheng 2009, nr. 59], het Rijksmuseum heeft een ander exemplaar dat afkomstig is uit de collectie van de zeer welgestelde bankier en kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop (1778-1854) (AK-NM-13175). Hendricus Adolphus Steengracht (1836-1912) was porseleinverzamelaar en bewoner van kasteel Duivenvoorde, waar hij veel verbouwde en verfraaide. Passend voor zijn tijd, wilde hij het verleden zichtbaar maken. De hal, met een uitstraling van een voorname vroeg-17de-eeuwse ridderlijke woning, werd aangekleed met een ensemble van grote vazen, bloempotten en een serie van zes van deze borden [Van Campen 2010 pp. 191-192]. Voor de vazen en potten werden speciaal voeten gemaakt, de borden kregen houten lijsten met snijwerk, gebaseerd op vroeg 17de-eeuwse ornamenten, zwart gemaakt, met gouden accenten. Het porselein werd ingekaderd in een (fantasie) Nederlands historisch kader. Blijkbaar leenden een serie van deze borden zich voor het beeld van Chinees porselein voor de Nederlandse Gouden Eeuw.
Bronnen:
Cheng Xiejun (red.), Traces of the trade: Chinese export porcelain donated by Henk B. Nieuwenhuys (tent.cat. Shanghai Museum), Shanghai, 2009.
Jan van Campen, ‘Exotisch pronken’, in: Annette de Vries (red.), Duivenvoorde. Bewoners, landgoed, kasteel, interieur en collectie, Zwolle/Voorschoten, 2010, pp. 185-195.
David Clarke, ‘Chinese visitors to 18th Century Britain and their contribution to its cultural and intellectual life’, Curtis’s Botanical Magazine 34/4 (2017), pp. 498-521.
Willemijn van Noord, ‘Between Script and Ornament: Delftware Decorated with Pseudo Chinese Characters, 1680—1720, Journal of Design History 34/1 (2020), online.