AK-NM-6520 Nachtlichtje in de vorm van een kat
• Porselein met emailkleuren
• Onderdeel van Royers studiecollectie (inventaris Van de Kasteele 1816, nr. 289)
• Gepubliceerd: Jörg 1997, nr. 257.
Dit is een stolp die over een lichtje kan worden gezet; het licht schijnt dan door de ogen en de mond.
Welbeschouwd zijn deze katten-nachtlichtjes niet heel zeldzaam [Suebsman en Antonin 2015 nr. 81 voor een Kangxi-exemplaar]. Een vroeg exemplaar is gevonden in de lading van de zogenaamde Hatcher jonk (gezonken ca. 1643) [Sheaf en Kilburn 1988, pl. 111]. In veilingen worden vergelijkbare katten regelmatig aangeboden, veelal blauw-wit. In de Rotschild-collectie bevindt zich een exemplaar met emails op het glazuur [Krahl 1996, vol. 2, nr. 234]. Nathan Dunn (1782-1844), de Amerikaanse handelaar die een generatie na Royer een zeer grote collectie Chinese voorwerpen bijeenbracht, had er ook een [Langdon 1843, nr. 683].
Van de Kasteele voegde een verwijzing toe aan zijn beschrijving in de inventaris van 1816, naar het boek Nouveaux mémoires sur l'état présent de la Chine van Louis Le Comte. Het paginanummer liet hij open. In dat boek heb ik niets over dergelijke katten kunnen vinden (daarom zal het paginanummer niet ingevuld zijn), maar wel in het door Royer veelvuldig geraadpleegde Description de la Chine van Jean Baptiste du Halde, het belangrijkste algemene naslagwerk over China in Royers tijd. Du Halde baseerde zich op informatie van père d’Entrecolles, een missionaris in China, beroemd om zijn belangrijke informatieve brieven over de porseleinproductie in Jingdezhen. ‘J’ai vu un chat peint au naturel: on avait mis dans sa tête une petite lampe, dont la flamme formait les deux yeux, & l’on m’assura que pendant la nuit les rats en etoient épouvantés.’ [vol. II, p. 241 (Haagse ed. 1736, zoals in Royers bibliotheek].
Het is interessant dat Royers kat zo goed met deze beschrijving – de levensechte beschildering, in tegenstelling tot de meer gangbare blauw-witte exemplaren – overeenkomt. Van de Kasteele kan de passage uit Du Halde hebben gekend (en op het moment van inventariseren vergeten hebben waar hij het ook weer gelezen had). Maar waarschijnlijker is dat Royer het citaat kende en op een los velletje bij de kat een aantekening bewaarde – klaarblijkelijk met die vergissing door tijdelijk falen van het geheugen. Er zijn aanwijzingen voor het bestaan van dergelijke losse aantekeningen van Royer bij zijn voorwerpen [Van Campen 2021, pp. 91-94]. Het is waarschijnlijker dat hij dit wist (na zich jaren China en Chinese voorwerpen te hebben beziggehouden) dan dat Van de Kasteele, een nieuwkomer op dit terrein, deze informatie van Du Halde kende.
Bronnen:
Jean Baptiste du Halde, Description de La China, Den Haag, 1736.
W.B. Langdon, Ten Thousand Chinese Things: a Descriptive Catalogue of the Chinese Collection, Now Exhibiting at St. George’s Palace, Hyde Park Corner, Londen, 1843.
Regina Krahl, The Anthony de Rothschild collection of Chinese ceramics, Londen, 1996.
Christiaan J.A. Jörg, Chinese ceramics in the collection of the Rijksmuseum, Amsterdam : the Ming and Qing dynasties, Londen, 1997.
Daniel Suebsman, Daniela Antonin, Porzellanschätze der Kangxi-Zeit = Porcelain treasures of the Kangxi period, Düsseldorf, 2015.
Jan van Campen, Collecting China: Jean Theodore Royer (1737-1807), collections and Chinese studies, Hilversum, 2021.