AK-NM-6429 Kom
• Famille verte porselein
• Onderdeel van Royers porseleinverzameling
• Gepubliceerd: Jörg 1997, nr. 185
• Met dank aan Qinxin He, Universiteit Leiden, voor informatie over de voorstelling
Deze kom is met bijzondere zorg gevormd en beschilderd. Let op hoe regelmatig de geometrische patronen in de band langs de binnenrand zijn geschilderd; bovendien heeft de kom een fraaie glans. De buitenzijde is beschilderd met vier voorstellingen die slechts door een dubbele lijn van elkaar zijn gescheiden. Ongetwijfeld zijn het scènes uit een verhaal. Mogelijk gaat het om de 16de-eeuwse roman Judicial Trial as Bright Mirror (Mingjing gong'an, 明镜公案) van Ge Tianmin's 葛天民.
Deel 2 gaat over de geheime liefde van de weduwe Luo 洛氏 en de taoistische priester Wan Yungzheng 万允正. Uit angst verraden te worden door de zoon van de weduwe, besloten ze hem vals te beschuldigen zodat hij ter dood zou worden veroordeeld. Maar de rechter Li 李太府 doorzag hun lage streek en beschuldigde de taoistische priester in plaats van de zoon.
Door de samenhang met deze voorstellingen is het waarschijnlijk dat de man in de binnenzijde van de kom een mediterende taoïstische priester is.
De buitenzijde biedt (uitsluitend) ruimte aan verhalende voorstellingen, terwijl aan de binnenzijde een brede band met decoratieve patronen – het brengt zijdebrokaat in gedachte – is geschilderd waarin kleine veldjes zijn uitgespaard. Het zijn twee verschillende strategieën: beschilderen en decoreren die op deze kom een fraai contrast vormen.
Nu nog een opmerking over de manier waarop de bolle wand van invloed is op de beleving van ruimte in de voorstellingen. Die voorstellingen vullen het hele oppervlak. Als je van dichtbij met aandacht één scène bekijkt, opent de wand van de kom zich als het ware. Het perspectief van de binnenruimte waarin de figuren zijn geplaatst, werkt zo, dat de kijker de illusoire ruimte ingetrokken wordt, eerst naar de figuren op het terras (bij ‘weduwe werpt zich in Wans armen’), dan naar de slapende figuur binnen. En achter deze figuur geven schuine wanden en doorgangen een verdere illusie van ruimte dieper naar binnen. Het werkt extra goed doordat de voorstelling op een bolle wand is geschilderd. Je kijkt eerst naar een plaatje op die bolling en dan, als je beter kijkt, slaat het beeld om en zie je de personen in de ruimte; de bolling wordt een holling.
Het toepassen van driedimensionaliteit wordt gezien als een Europese manier van verbeelden, maar het spelen met de illusie van ruimte is juist een Chinese manier van het toepassen van perspectief. Dat gegeven is bekend en komt nadrukkelijk naar voren in Royers geëmailleerde panelen (AK-NM-6619 en AK-NM-6620). Het was een ‘spel’ dat aan het Chinese hof zeer werd gewaardeerd: ‘The eye penetrating layer upon layer of great depth (…) but one can gaze but not approach’, lezen we in een beschrijving van een decor-setting die een Europese straat verbeeldde, gebouwd als onderdeel van de festiviteiten voor keizer Qianlongs 80ste verjaardag [Uitzinger 1993, p. 222]. Dat citaat geeft naar mijn idee de magie weer, het ‘Alice in Wonderland’ aspect van een ruimte die niet bestaat, maar wel gesuggereerd wordt. Dat hele principe is welbekend, zeker voor de kunst aan het hof en andere tweedimensionale kunstuitingen. Maar het gaat ook op voor deze kom en voor andere porselein. Het veronderstelt zorgvuldige aandacht, anders gaat dit aan de kijker voorbij. Het is boeiend dat in deze periode veel porselein in grote hoeveelheden in Europa arriveerde en als groep ter decoratie in het interieur werd neergezet. Zij zijn – gechargeerd – niet meer dan een kleuraccent in een groter geheel. Sommige stukken verdienden en verdienen het echter om met zorg en detail bekeken te worden. Omdat dit spel met illusie – althans op deze manier verbeeld – primair een Chinese aangelegenheid is, mag men aannemen dat een kom als deze ‘voor de markt’ werd gemaakt (dus niet als speciale opdracht), maar vooral met Chinese kopers in het achterhoofd. Dat zo’n kom op diezelfde markt klaarblijkelijk via tussenhandelaren uiteindelijk bij Europese kopers uitkwam (hij was immers al in de 18de eeuw in Den Haag), is heel goed mogelijk en geeft precies aan hoe die porseleinmarkt in de vroege 18de eeuw functioneerde.
Bronnen:
E. Uitzinger, ‘For the man who has everything; western style exotica in birthday celebrations at the court of Ch’ien-lung’, in: L. Blussé en H.T. Zurndorfer (red.), Conflict and accommodation in early modern East Asia; essays in honour of Erik Zürcher, Leiden etc., 1993, pp. 216-239.