Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Achthoekige kom van porselein met vier brede en vier smalle zijden, beschilderd in onderglazuur blauw en op het glazuur rood, groen, zwart en goud. Op de brede wanden telkens een bloeiende plant bij een rots (bamboe, prunus) en op de smalle wanden een bloemrank (lotus). Op de binnenrand drieklauwige draken tussen wolken en een parel met vlammen. Bruine rand. Arita, Kakiemon.
AK-NM-6399 Twee kommen
• Japans gekleurd porselein – Kakiemon
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
• Gepubliceerd: Fitski 2011, afb. 96
Net als de dekselpotten AK-NM-6458 zijn deze kommen voorbeelden van een iets latere productie van gekleurd Japans porselein dan het Kakiemon uit de bloeiperiode 1670-1690. Er is meer onderglazuur blauw en minder emails. Menno Fitski rekent het wel tot het porselein dat in de Kakiemon werkplaats zelf is gemaakt, op grond van de fijnheid van het porselein en het buitengewoon zorgvuldige schilderwerk.
Dat het allemaal niet eenvoudig is, blijkt uit een op het eerste gezicht identieke kom die gepubliceerd is door Oliver Impey [2002, nr. 408]. Alles blijkt echter bij nadere inspectie grover. Dit is een 19de-eeuwse navolging van 17de-eeuws Kakiemon.
Bronnen:
Oliver Impey, Japanese export porcelain: catalogue of the collection of the Ashmolean Museum, Oxford/Leiden, 2002.
Menno Fitski, Kakiemon porcelain: a handbook, Leiden/ Amsterdam, 2011.
...; collection Jean Theodore Royer (1737-1807), The Hague;{Note RMA.} bequeathed by his widow to King William I, 1814;{Note RMA.}; transferred to the Royal Cabinet of Curiosities, The Hague, 1816;{Note RMA.} from whom transferred to the museum, 1885